Jarenlang werden druiven in de Gascogne vooral verbouwd om er Armagnac van te maken. Eind jaren zeventig begon de wijnbouw in de streek aan een revival toen André Dubosc bij een proeverij in de Verenigde Staten een druivenras herontdekte dat uit de Gers afkomstig was en de “french colombard” werd genoemd. Deze Gasconse visionair ontwikkelde vervolgens in wijngaarden en kelders de technieken die nodig waren om op eigen grond het beste uit de colombard te halen.
Weelderig en fris
Tegenwoordig,
bieden de Côtes de Gascogne een grote diversiteit aan droge witte wijnen en witte dessertwijnen, maar ook aan rode en rosés, die zich allemaal kenmerken door hun heerlijke smaak en frisheid.
Unieke streek.
Hier in Gascogne zijn de wijngaarden groen en vruchtbaar. Door ‘s nachts te oogsten, komen de frisheid en het aromatische potentieel van de witte druiven optimaal tot hun recht. Pas na de alcoholische vergisting komt de thioalcohol vrij in de vorm van de aroma’s van exotisch fruit en citrusvruchten die zo kenmerkend zijn voor onze wijnen uit de Gascogne.